Platte daken 2.0: een zee aan ruimte in de hoogte
Ruimte is schaars en duur in ons drukbevolkte land. En al zeker in de stad. En toch is er nog een massa plaats die nauwelijks gebruikt wordt: platte daken. En daar blijk je nogal wat mee te kunnen doen.
Even fast rewind naar de jaren zestig van vorige eeuw, de tijd waarin de Antwerpse Linkeroever vorm kreeg, en in Brussel het megalomane Manhattanplan in de steigers stond. Architecten droomden groots van moderne steden vol woon- en kantoortorens. Beneden zou het verkeer over grote aders doorstromen, in de hoogte zouden platte daken verbonden worden met wandel- en flaneerpaden. Op sommige torens zouden helihavens komen, en op andere zelfs modernistische villa’s met tuinen.
Riverside Tower
Bovenop de Antwerpse Riverside Tower van de architecten Léon Stynen en Paul De Meyer verrees er inderdaad een prachtige woning met tuin (bewoond door De Meyer zelf). De Brusselse Noordwijk werd grotendeels weggevaagd om plaats maken voor torengebouwen. Maar de gedroomde stad in de hoogte kwam er niet. Wie nu satellietbeelden van die stadsdelen bekijkt, ziet dat er op de daken bijzonder weinig spannends gebeurt: behalve enkele technische gebouwtjes voor liften of ventilatie, zijn het vooral kale vlakken met roofing of kiezel.
Dakfestival
Dat kan beter, dachten ze in Nederland. Zo kwamen de Rotterdamse Dakendagen tot stand, een festival waarop je letterlijk het dak op kan. Om daar, midden in de drukke stad, zeeën aan ruimte te ontdekken. Rotterdam telt immers maar liefst 18 vierkante kilometer platte daken (zo’n 1.800 hectare of 18 miljoen vierkante meter). En dat doet dromen. Via een tijdelijke Rooftop Walk die verscheidene daken verbond – de sixties revisited! – konden bezoekers kennismaken met al de mogelijkheden die die ruimte biedt.
Kinderen in de wolken
Zo is er een school die haar gebrek aan ruimte handig heeft opgelost: de speelplaats ligt er op het dak. Iets wat bij ons ook de school Melopee in de Nieuwe Dokken in Gent heeft gedaan: de speelplaats ligt er zelfs op verschillende buitenverdiepingen, verbonden met (onder andere) glijbanen.
Zon en wind
Energie winnen met zonnepanelen op het dak is al een tijd ingeburgerd, maar in Rotterdam doen ze het op nog een andere manier: met Flower Turbines, die eruitzien als kleurrijke tulpen die om hun eigen as draaien. Doordat ze kleiner en stiller zijn, zijn ze ideaal voor op hoge stadsdaken.
Dakschotel
Rooftop farms of dakboerderijen zijn bij ons ook al een aantal jaren bekend. Met onder andere de enorme Ferme Abattoir op het dak van Foodmet in Brussel (op de site van het slachthuis van Anderlecht) en de beeldig mooie dakboerderij van PAKT in Antwerpen. Ook Rotterdam heeft zo’n boerderij in de lucht, met de voor Vlamingen toch ietwat onappetijtelijk klinkende naam DakAkker. Zulke enorme groendaken zijn goud waard, niet alleen voor een smakelijke dakschotel, maar ook voor waterbuffering.
Luchttransport
Helemaal terug naar de sixties zijn de ‘vertiports’ waar ze in Rotterdam van dromen: een soort helihaven, maar dan voornamelijk voor drones, en in de eerste plaats bedoeld om de overvloed aan pakjestransport van de weg te halen. Bij ons experimenteerden afgelopen zomer al enkele Antwerpse ziekenhuizen met het transport per drone. Bloed, weefsel en medisch materieel zouden efficiënter door de lucht vervoerd kunnen worden dan via de overvolle wegen. En misschien later zelfs patiënten. Wie weet nemen we ooit allemaal weleens een airtaxi naar een hoog gebouw in het centrum van de stad.
Minidorp
Een stuk bucolischer gaat het eraan toe in het Rotterdams project Dakdorpen. De bedoeling ervan is om groendaken – goed tegen onder andere oververhitting en luchtvervuiling – te combineren met bewoning. Omdat de daken veelal geen zware constructies kunnen dragen, gaat het om lichtgewicht houten huisjes, genre tiny houses, die te midden van het groen staan. Minidorpjes hoog boven de stad dus.
Vele kleintjes…
En wat kun je zelf doen? Een dakdorp of een vertiport op het dak van een privéwoning lijkt wat ambitieus. Maar voor energieopwekking met zonnepanelen zijn die daken uiteraard ideaal. Of voor een groendak (eventueel in combinatie met zonnepanelen): dat buffert regenwater, bevordert de biodiversiteit en vermindert het hitte-eilandeffect. Voor wie denkt dat zijn eigen dak maar weinig verschil zal maken: een stad als Antwerpen, dat sinds 2018 zijn eigen dakfestival DAKkan organiseert, telt naar schatting zo’n 1,5 miljoen vierkante meter platte daken (of 150 hectare). En dat is een flink gebied dat wel degelijk een verschil kan maken.